Voor de Friese kruidkoek (Fryske krûdkoeke) moet je wel geduld hebben, want de rijpingstijd is minimaal een paar dagen. Een kruidkoek moet een of meer dagen rusten om zachter te worden. Narijpen noemen ze dat. De ingrediënten moeten nog met elkaar gaan ‘werken’. Dit komt niet alleen de consistentie maar ook de smaak ten goede.

 

Als de kruidkoek uit de oven komt zou je denken dat het baksel mislukt is, maar dat is zeker niet het geval. Je moet deze koek namelijk niet direct gaan aansnijden. Daar is hij nog te hard en te droog voor. Daarom heeft de koek nog dagen de tijd nodig om te rijpen.
Stevig ingepakt in huishoudfolie en koel weggezet in een koektrommel duurt het ongeveer een paar dagen tot de smaken goed gemengd zijn en de koek de juiste samenstelling heeft. Dan is de koek zacht genoeg om bij de koffie te serveren of als tussendoortje te nuttigen.

 

Traditie

 

Alleen de gegoede stand konden zich vroeger de Friese kruidkoek veroorloven en dan nog met name op speciale dagen. De koek is van oorsprong namelijk goed gevuld met sukade, gember en oranjesnippers. Deze ingrediënten waren zo duur dat ze voor de arme plattelandsbevolking onbereikbaar waren. Dat gold trouwens ook voor zaken als roomboter, krenten en rozijnen. Bestanddelen als suiker, stroop en honing waren echter wel goedkoop en in overvloed voorradig. Daarom zijn veel van de Friese specialiteiten vooral sober en zoet van karakter.

 

In de Friese traditie worden bij veel traditionele vleesstoofgerechten stukken kruidkoek toegevoegd. Om nog meer smaak aan dat gerecht te geven en natuurlijk om het te binden.
Zoals ook bijvoorbeeld de ontbijtkoek in het Limburgs zuurvlees (zoervleisj).
Friese kruidkoek is overal in Friesland te koop, maar thuis gemaakt smaakt het toch het lekkerst.

 

 

Recept Friese kruidkoek: